Rob van Baal woont en werkt al achttien jaar in Dalian in China Geïnspireerd door een rondreis door het land vertrok hij tweeëntwintig jaar geleden naar het Aziatische land om de taal te leren. Hij is nu verantwoordelijk voor de teelt en verwerking van biologische gember. In zijn vrije tijd is hij vaak te vinden op het strand met een boek of in het water.
“In 1997 had ik mijn bedrijf verkocht en tijdelijk niks te doen”, begint Rob te vertellen. “Een vriend van me wilde toen een joint-venture opzetten in China. Hij vroeg of ik zin had om mee te gaan. Ik was zeer onder indruk van de reis, van de cultuur en het leven daar. In Bejing kwamen we een billboard tegen met een foto van Heinan met een prachtig strand. Ik ben me daar thuis in gaan verdiepen en besloot me in te schrijven aan de universiteit om de taal te leren.”
Toen Rob na zijn afstuderen weer terug was in Nederland, vroeg zijn kameraad weer of hij wilde werken in China. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. “Ik was toe aan een nieuwe uitdaging en wilde graag gaan werken in China. Toen verwerkte ik biologische producten, zoals pompoenpitten en sojabonen.” Destijds sprak Rob het onbekende het meest aan. “Eigenlijk maakt me het niet zoveel uit waar ik woon, maar nu woon ik top. Ik woon aan het strand en heb mijn vrienden, sporten en kroegen bij de deur.”
Nu is Rob eigenaar van NOW Organic. “Wij telen en verhandelen biologische gember. In mei planten we de gember en in oktober oogsten we het. Dan gaat het naar de fabriek waar we het wassen, sorteren en exporteren naar Nederland. Vanuit Nederland exporteren we dan weer, voornamelijk naar Duitsland, maar ook deels naar het zuiden van Europa en Engeland. Daarnaast verwerken we in Nederland de gember ook tot sappen.” In zijn vrije tijd is Rob vaak op het strand te vinden met een boek of in het water. Daarnaast fietst en kookt hij graag en drinkt hij op z’n tijd een biertje. Hij heeft inmiddels ook een Chinese partner.
Focus op resultaat
De grootste verschillen met Nederland zijn de eetcultuur en de focus die Chinezen hebben. “Ze vinden eten in China veel belangrijker dan in Nederland en besteden er veel aandacht aan. Als je hier zaken gaat doen, gebeurt dat ook altijd met een maaltijd. Tijdens de bespreking wordt het eten dan ook echt besproken. Daarnaast merk je dat de Chinezen heel gefocust zijn op resultaat. Zij willen echt de beste zijn in alles en dat hebben wij als Nederlanders veel minder. Kinderen gaan hier bijvoorbeeld zeven dagen van acht tot vijf naar school. Na school gaan ze dan ook nog naar bijscholing. Vaak zijn de boekentassen groter dan de kinderen”, lacht hij.
Deze focus is ook iets wat Chinezen Nederlanders zouden kunnen leren, aldus Rob. “Chinezen werken heel hard. Daar kunnen Nederlanders wat van leren!” En omgekeerd? “De creativiteit hier is veel minder. Dat is een groot gebrek. Ik probeer daar in de fabriek aan bij te dragen door iedereen mee te laten beslissen. Dat zijn ze hier ook niet gewend, hier geldt veel meer autoriteit. Aan het begin wilden ze bijvoorbeeld elke keer mijn koffer dragen en schoenen poetsen. Maar dat doe ik gewoon zelf hoor!”
Hoewel het een hele andere cultuur is, moest Rob niet echt wennen. “Er zijn geen eigenschappen van Chinezen waar ik niet aan kan wennen. Eigenlijk kun je Chinezen wel goed vergelijken met Nederlanders. Ze zijn ook onbezorgd en gastvrij en ze dringen overal voor! Wat ik mis aan Nederland, is de kaas. Ik denk wel dat ik ooit terugkeer naar Nederland. Mijn Nederlands blijft immers beter dan mijn Chinees.”